1. Hoe staat het project er voor?
Van der Kolk: ‘We vervangen vanaf eind 2025/begin 2026 drie viaducten en een brug in de A44 en dat moet natuurlijk veilig gebeuren. Daarom hebben we de afgelopen periode veel onderzoeken uitgevoerd en afgerond. Bijvoorbeeld naar niet-gesprongen explosieven: vóór elk project waarbij gegraven wordt, brengt Rijkswaterstaat in kaart of er mogelijk niet-gesprongen explosieven in de grond zitten. Op die manier zorgen we dat de werkzaamheden straks veilig uitgevoerd kunnen worden. Gelukkig ziet dit er goed uit.

Ook zijn we bezig geweest met de aanbesteding van het eerste contract, waar het Lisserwegviaduct, het Hoofdvaartviaduct en de Kaagbrug onder vallen. Dat contract is inmiddels gegund. Het Spoorwegviaduct valt onder een tweede contract; dat gunnen we in 2026.’

2. Je bent ook verantwoordelijk voor vergunningen. Wat houdt dat in?
‘We gaan vier objecten vervangen, maar bouwen ze niet een-op-een terug. We werken volgens de maatstaven van nu en kiezen voor moderne en bredere constructies. Daarvoor zijn allerlei vergunningen nodig. Ik zorg dat de juiste vergunningen tijdig worden aangevraagd bij de betreffende gemeenten, ‘zodat we op tijd kunnen starten met de werkzaamheden.’

3. Leveren de werkzaamheden straks overlast op?
‘Ja. We hebben te maken met beperkte ruimte op en rond de viaducten en brug, terwijl de aannemer zijn werk goed en veilig moet kunnen doen. Daarom gaan er wegen tijdelijk dicht. Om de verkeersoverlast te beperken, nemen we allerlei maatregelen. Die staan in het Bereikbaarheidsplan, dat we samen met betrokken overheden hebben gemaakt. Maar overlast gaat natuurlijk niet alleen over files of omrijden. Ik ontvang ook vragen van omwonenden over andere thema’s. Hoor ik straks veel van de werkzaamheden? Krijg ik schade aan mijn huis? Krijg ik geen last van stof? Ook tegen deze soorten overlast nemen we maatregelen. Samen met de toekomstige aannemer gaan we zorgen dat de overlast beperkt blijft tijdens de werkzaamheden.

4. Wat voor maatregelen nemen jullie om verkeersoverlast te beperken?
‘Denk aan stoplichten die anders ingesteld worden, zodat het verkeer beter door kan rijden. Ook plannen we werkzaamheden slim in, zodat ze niet overlappen. We zorgen, waar nodig, dat fietspaden goed verlicht zijn. Zo kan je met een veilig gevoel op pad. En, heel belangrijk: we geven wegafsluitingen door aan navigatieapps. Tijdens eerdere projecten heb ik gemerkt dat je reizigers op die manier heel goed kunt bereiken.’

5. Wat maakt het werk van een omgevingsmanager leuk?
‘Ik mag me met veel dingen bemoeien. Daardoor kan ik op veel vlakken iets verbeteren. Mijn doel is om de uitvoering van dit project voor alle betrokken partijen, met hun tegenstellende belangen, acceptabel te houden. Best een uitdaging, want we werken in een groot gebied, met veel verschillende belanghebbenden. We werken samen met ProRail, het waterschap, omwonenden, bedrijven, boeren, 2 provincies, 2 veiligheidsregio’s en veel gemeenten. En we hebben te maken met veel verschillende soorten vervoer: fietsers, trekkers, auto’s, treinen én boten maken intensief gebruik van dit gebied. Dat zorgt soms voor best wat hoofdbrekens – maar dat vind ik er juíst zo leuk aan!’

6. Hoe zorg je dat iedereen goed wordt geïnformeerd?
‘Ik ben inmiddels bij veel buren langs geweest om uit te leggen wat onze plannen zijn. Ik vind het belangrijk dat iedereen zijn vragen, zorgen of suggesties kan delen. Daarom zijn er allerlei mogelijkheden om contact met ons op te nemen.’