70 Jaar files in Nederland: van attractie tot overlast

13-06-2025
177 keer bekeken

Op 29 mei was het precies 70 jaar geleden dat de eerste file in Nederland stond. Dat was in 1955 bij knooppunt Oudenrijn bij Utrecht. Dat jaar beleefde ook de A44, toen nog Rijksweg 4, zijn primeur. Bij Warmond trok de eerste file op deze snelweg in de richting van Amsterdam veel toeschouwers.

Op die zonnige Eerste Pinksterdag in 1955 trokken gezinnen uit de Randstad naar de Veluwe, terwijl Duitse toeristen richting de bollenvelden reden. Deze stromen kruisten bij knooppunt Oudenrijn, dat niet was berekend op tienduizenden auto’s in korte tijd. De verkeersopstopping trok veel bekijks, zoals de meeste files in die jaren. Files werden in eerste instantie gezien als een symbool van moderniteit en welvaart, in plaats van als verkeersoverlast. Op onderstaande foto zien we zo’n vroege file op de A44, in 1955 genomen vanaf het Warmonderviaduct, met op de achtergrond de watertoren van Sassenheim en links bollenvelden in bloei.

Foto: Stichting Oud Sassenheim


Bermtoerisme

In de jaren ‘50 en ‘60 nam de welvaart toe en konden steeds meer Nederlanders zich een auto veroorloven. Toen kwam ook het fenomeen bermtoerisme op: gezinnen die langs de snelweg parkeerden, kleedjes uitspreidden, klaptafels neerzetten en genoten van picknicks, terwijl ze het voorbijrazende verkeer bekeken. Met weinig officiële rustplaatsen was de berm ook een praktische stop. Het lawaai van passerende auto’s voelde voor velen gezelliger dan de stilte van een bos. Soms kampeerden mensen er zelfs.   

‘Mijn schoonouders hadden standaard twee opklapstoeltjes achterin de bak liggen en gingen, als ze een plekje naar hun zin hadden gevonden, heerlijk auto’s kijken’, vertelt de 73-jarige Abbenesser Simon van der Luit. ‘Achteraf zeg je dat ze koolmonoxide aan het opsnuiven waren, maar zij hadden er destijds echt plezier in.’ De Haagse Eja Schiphorst (78) herinnert zich dat haar ouders er geen fan van waren. ‘Want mijn vader wilde niet in die stank zitten – hoewel hij veel rookte, ook in de auto. Maar we gingen vaak ‘s zondags met de auto eropuit. En dan zag je altijd mensen langs de snelweg zitten, zeker als het lekker weer was. Mensen keken naar de auto’s, omdat het nog een bijzonderheid was.’

Foto: Spaarnestad Photo


Het bermtoerisme weerspiegelde de tijdgeest: autorijden was een symbool van vrijheid, en de berm bood een mix van natuur en technologie. Het verschijnsel liet zien hoe Nederlanders hun vrije tijd invulden in een tijdperk van modernisering. De A44, nabij groen en recreatiegebieden, was een ideale plek voor deze geïmproviseerde picknicks.

‘Geen benen op de rijweg’

Maar bermtoerisme bracht natuurlijk ook risico’s met zich mee. De ANWB en Veilig Verkeer Nederland waarschuwden voor gevaren, vooral voor kinderen (en honden) dicht bij de weg: ‘Let erop dat uw kinderen niet op de weg kunnen komen. Zorg er ook voor dat eventueel meegenomen honden niet plompverloren de weg op kunnen rennen. Zet geen tenten op, als daardoor voor het verkeer het uitzicht op een zijweg wordt belemmerd. Zit zelf ook niet te zonnen op het fietspad of met de benen op de rijweg.’

Naarmate het verkeer intenser werd, groeide het risico op ongelukken, wat leidde tot een verbod op bermtoerisme in de jaren 1970. Nieuwe wegrestaurants en picknickplaatsen boden veiligere alternatieven en de auto verloor zijn nieuwigheid en files werden normaal. En wat begon als een feestelijke opstopping groeide steeds meer uit tot een alledaagse vorm van verkeersoverlast.

Langs Rijksweg 1 door het Gooi. Foto: De Waarheid, 24 april 1963

 

 

Afbeeldingen

 

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen rondom dit project? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven

 

 

 

 

 

Cookie-instellingen