Marco Heres, technisch manager bij Rijkswaterstaat en Ron Nijman, projectmanager bij ProRail zijn hier blij mee en vertellen meer over deze samenwerking. 

Dat ProRail en Rijkswaterstaat onlangs handtekeningen onder een projectovereenkomst hebben gezet, betekent niet dat de samenwerking nu pas begint. ‘Het is een groot en complex project, waar verschillende – soms tegenstrijdige – belangen samenkomen. Achter de schermen zitten we al zo’n twee jaar bij elkaar’, legt Marco Heres uit. Het belangrijkste voor een goede samenwerking is om op tijd te beginnen. ‘Wat verwachten we van elkaar? Wie heeft welke belangen? Door hier al ver voor de werkzaamheden over in gesprek te gaan, begrijpen we elkaars werelden beter en kom je sneller tot een oplossing.’ 

Ron Nijman, projectmanager bij ProRail, knikt instemmend: ‘Afstemming is het sleutelwoord. Omdat we weten wat we van elkaar kunnen verwachten, komen we straks – als we vol in de werkzaamheden zitten – niet meer voor verrassingen te staan. Dat hebben we allemaal al vastgelegd in de overeenkomst. Alles is goed afgebakend.’

Tijd nemen en luisteren naar elkaars wensen

Bij het plannen van de vervanging van de Kaagbrug, die zowel uit de verkeersbrug als de vlak daarnaast gelegen spoorbrug bestaat, werd duidelijk dat de belangen van beide organisaties soms niet helemaal overeenkomen. ProRail wilde het treinverkeer graag op afstand regelen. Rijkswaterstaat het verkeer (zowel over weg als over water) voorlopig nog fysiek vanuit het brugwachtershuisje. Nijman: ‘Rijkswaterstaat heeft contracten waarin de brugwachter verantwoordelijk is voor beide bruggen. Dat kun je natuurlijk niet zomaar aanpassen. Maar vanuit ProRail willen we alle bruggen op afstand besturen, dus dit leverde discussie op.’  

Heres vult aan: ‘Op termijn wil Rijkswaterstaat ook de verkeersbrug op afstand bedienen, net als ProRail. We hebben hier alleen te maken met een zogenaamde ‘nautische eenheid’. De verkeersbrug en de spoorbrug liggen dicht bij elkaar en de vaarwegbeheerder eist dat beide bruggen tegelijkertijd vanaf één locatie worden bediend. Omdat er op korte termijn nog geen afspraken zijn gemaakt vanaf welke andere locatie we kunnen bedienen, gaan we de bruggen lokaal bedienen in de nieuwe bedienruimte van de nieuwe Kaagbrug. Hiermee voldoen we aan de eis van de vaarwegbeheerder én de wens om bediening op afstand in de toekomst mogelijk te maken.’

Heres vertelt dat het ongeveer 3 maanden duurde om tot een oplossing te komen. ‘De discussie was hoe we beide projecten zo goed mogelijk op elkaar af kunnen stemmen. Maar door de tijd te nemen en te luisteren naar elkaars wensen, zijn we toch tot een goede oplossing gekomen.’ Zo gaat ProRail tijdens de vervanging voorbereidende werkzaamheden uitvoeren zodat de spoorbrug op termijn op afstand bestuurd kan worden. Nijman: ‘Het is echt polderen. Omdat we inmiddels zo’n goede samenwerking hebben en alles goed hebben vastgelegd, komen we hier uiteindelijk wel uit.’ 

Zowel het spoor als de weg veilig en bereikbaar houden

Ook het spoorwegviaduct op de A44 wordt vervangen. Net als de Kaagbrug is dit een zogenaamd ‘raakvlakproject’ waar spoor en weg bij elkaar komen. Ook hier zoeken Rijkswaterstaat en ProRail samenwerking. Dit viaduct stamt uit de jaren 30 van de vorige eeuw en voldoet niet meer aan de eisen van vandaag. Om aan de eisen van ProRail te voldoen, zou het viaduct flink omhoog moeten. Nijman: ‘‘Het treinverkeer is door de jaren heen enorm gegroeid. Hierdoor gelden er strengere eisen voor bijvoorbeeld spoorviaducten. Nu hangt de bovenleiding aan de onderkant van het viaduct waar ook specifieke eisen voor gelden.’ 

Maar zou je het viaduct verhogen, dan kan Rijkswaterstaat de wegverbindingen niet veilig aansluiten. Heres: ‘Dat kan natuurlijk niet. Dus ook hier zijn we om tafel gaan zitten om tot een oplossing te komen. Eigenlijk waren we hier al vrij snel uit. Het viaduct wordt een klein stukje verhoogd, zodat zowel het spoor als de weg veilig en bereikbaar blijft.’

Volgens beide heren heeft de samenwerking als grootste voordeel dat de geplande werkzaamheden straks efficiënter en met minder hinder voor de omgeving uitgevoerd kunnen worden. ‘Door nu al in kaart te brengen waar werkzaamheden elkaar raken en daarover afspraken te maken, kun je effectiever werken. Zo verklein je de overlast en verbeter je de kwaliteit van het werk. Doe je dit pas aan de achterkant – dus als het werk al is begonnen – ben je te laat.’